Nieuws

Passend onderwijs op de Erasmus!

Schets van een doordeweekse dag op de Erasmus

Bij de groepen 5 geven Esin Sapmaz en Cora Breddels extra leesbegeleiding aan twee groepen leerlingen die getraind worden om vlotter te gaan lezen. Ralfi-lezen noemen we dat. Zij trainen de kinderen vier keer per week door middel van het Ralfi-lezen, een systeem van koorlezen waardoor kinderen intensief getraind worden in het snel lezen van teksten, een fantastische methode!  In het IB kantoor overleggen de intern begeleider Susan Prins en ouders over een onderzoek dat door een externe psycholoog is afgenomen. In de aula is Neset Demiral druk bezig met de Plustorens met de Sterrengroep kinderen uit de bovenbouw die wel wat meer aankunnen. In de grote hal zitten leerlingen van groep 4 allemaal achter een Acer Tablet en oefenen keersommen.  In het extra hulp lokaal oefent fysiotherapeute Carla van Leeuwen met een leerling met een verkrampte pengreep. In groep 1a doet logopediste Gaby Bosman woordenschat oefeningen met een groepje van drie leerlingen. Op de bank in de gang zit een leerling van groep 7 met drie kleuters uit groep 2 te lezen, want dat kunnen zij al! De 7e groeper leest niet voor, nee, de kleuters lezen zelf en de 7e groeper moedigt hen aan en helpt hen! 

Wie op een doordeweekse dag door de Erasmus loopt, zal dit allemaal tegenkomen, want op de Erasmus doen wij aan passend onderwijs!

Wat is Passend Onderwijs?

Passend onderwijs draait om onderwijs op maat. Passend onderwijs draait om het voldoen aan alle onderwijsbehoeften die onze leerlingen hebben, zodat zij naar school kunnen in de eigen wijk, thuisnabij onderwijs heet dat. Scholen in het basis- en middelbaar onderwijs moeten zich inspannen om zorgleerlingen (lees: kinderen met speciale onderwijsbehoeften)  op te vangen: Kinderen in een rolstoel, kinderen met ernstige lees- of rekenproblemen, kinderen met gedragsproblemen. Deze kinderen moeten minder vaak naar het speciaal onderwijs worden doorverwezen en in hun eigen wijk naar school kunnen. Dat is goed voor zorgleerlingen, maar ook voor andere kinderen, die op die manier kennismaken met kinderen die net even anders zijn dan zijzelf. 
De rugzakjes zijn verdwenen. In de regio Zuid-Kennemerland is er voor gekozen om de gelden, die het ministerie beschikbaar stelt voor passend onderwijs, voor een groot deel aan de scholen toe te kennen. Scholen ontvangen een zorgbudget per leerling. Dit geld mag de school naar eigen inzicht besteden. 
De Erasmus heeft er voor gekozen om van dit geld Gaby Bosman en Laura Hisschemoller, logopedisten aan te trekken. Ook Carla van Leeuwen, fysiotherapeut wordt op deze wijze ingezet. Zij verrichten ondersteunend werk om alle kinderen zo goed mogelijk te kunnen begeleiden op onze school. Alle leerkrachtondersteuners en assistenten Cherriel Mando, Esin Sapmaz, Cora Breddels , Maartje Koster, Makbule Karakoc, Neset Demiral, en Sonja Duursma zijn onderdeel van het systeem dat wij “handen in de klas” noemen. Vijf dagen in de week zijn zij tijdens het zelfstandig werken ingeroosterd om, net als de leerkracht, extra instructie te geven. Ook uit de gewone formatie (het aantal leerkrachturen op basis van het leerlingenaantal) kunnen leerkrachten voor het systeem van “handen in de klas” in worden gezet waardoor aan alle groepen, vijf dagen per week een extra leerkracht kan worden toegevoegd.  Een andere wijze om intensief onderwijs vorm te geven, zien we terug op de Erasmus als groepen gesplitst worden. Grote groepen leerlingen van 30 of meer, splitsen wij een heel schooljaar in twee keer 15 leerlingen, waardoor er enorm intensieve begeleiding kan plaatsvinden.

Wordt de Erasmus bij de invoering van Passend Onderwijs overspoeld met kinderen uit het speciaal onderwijs? Nee. Kinderen die in het speciaal onderwijs zitten zullen daar gewoon blijven. De Erasmus zal wel steeds beter in staat zijn om leerlingen met speciale onderwijsbehoeften onderwijs op maat te bieden. 
Worden er dan geen kinderen meer naar het speciaal (basis) onderwijs verwezen? Verwijzen naar het speciaal basisonderwijs kan nog steeds. Omdat de Erasmus steeds beter in staat is onderwijs op maat te bieden, neemt het aantal kinderen dat  verwezen wordt wel sterk af. Passend onderwijs stelt hoge eisen aan leerkrachten. Zij moeten in staat zijn om op drie niveaus onderwijs te geven èn om leerlingen met speciale onderwijsbehoeften te begeleiden. De laatste jaren is er middels cursussen en trainingen veel geïnvesteerd in de kennis en vaardigheden van onze leerkrachten. Met elkaar hebben wij een vorm van onderwijs ontwikkeld waarin onderwijs op maat goed te realiseren is. 

Ondersteuning op de Erasmus

Ondersteuners realiseren met de leerkracht de extra instructie die in het groepsplan beschreven staat. Op basis van observaties en toetsen stellen alle leerkrachten een groepsplan voor hun groep op. In dat groepsplan staat welke extra instructie welk groepje kinderen nodig heeft. Extra instructie voor kinderen die rekenen (spelling, lezen) moeilijk vinden maar ook extra instructie voor uitdagend rekenwerk (spelling, lezen) voor kinderen die al wat verder zijn. 
Zo’n groepsplan wordt uitgevoerd tijdens het zelfstandig werken in alle groepen. In de groepen 1 en 2 wordt zelfstandig gewerkt tijden het werken met het kiesbord, in groepen 3 werken de kinderen zelfstandig met Veilig leren lezen. De leerlingen in de groepen 4 t/m 8 zijn zelfstandig aan het werk volgens een blokinstructie, waarna de leraar de handen vrij heeft om kinderen ofwel te ondersteunen ofwel uit te dagen. De extra ondersteuner maakt het mogelijk dat er twee keer zoveel groepjes extra instructie krijgen waardoor er optimaal onderwijs op maat gegeven kan worden. De Ralfigroepen zijn een goed voorbeeld van intensivering van het leesonderwijs. Leerlingen die nog onder niveau lezen krijgen vier keer per week extra training in koorlezen, een fantastische methode die goed werkt. Toen bij de laatste CITO toetsen bleek dat alle kinderen uit de Ralfigroepen een enorme vooruitgang hadden geboekt, stonden de leerkracht en de ondersteuners te juichen in de klas. Naast leesbegeleiding, extra motorische MRT, extra logopedische oefeningen en het systeem “handen in de klas” biedt de Erasmus ook de volgende faciliteiten om passend onderwijs, onderwijs op maat, te realiseren: 

* De Sterrengroepen (groep 1 t/m 8)

* Motorische remedial teaching en logopedische ondersteuning onder schooltijd

* Aanbod van testen op het gebied van motoriek

* Aanbod van testen op het gebied van logopedie

* Ralfi leesgroepen

* Extra begrijpend lezen na schooltijd voor kinderen uit de bovenbouw

* Verlengde schooldag voor kinderen uit groep 5 (rekenen en begrijpend lezen)

* Verlengde schooldag o.b.v. Harald Timmer

* Inzet van externe psychologen voor het afnemen van toetsen

* Inzet van externe psychologen voor het doen van observaties

* Inzet van een ergo therapeute voor observaties

* Inzet van CJG coach Ingrid Ruijgrok

* Inzet van maatschappelijk werker Leendert van Nes

* Aanbod van diverse cursussen voor kinderen op het gebied van faalangst, weerbaarheid etc.

* Aanbod van ventielgesprekjes met de respect coördinator 

* Samenwerking met de Dumontschool (SBO) op het gebied van observaties.

Extra hulp na schooltijd

 * Leerlingen die het nodig hebben, komen in de bovenbouw in aanmerking voor extra intensief onderwijs in het begrijpend lezen. Judith Motshagen, al sinds jaar en dag verbonden aan onze school, geeft in kleine groepjes extra ondersteuning. Dit helpt kinderen enorm vooruit.

* Ook hebben wij op de Erasmus de verlengde schooldag. In 2016-2017 zullen leerlingen van de groepen 5 twee keer per week anderhalf uur extra les krijgen in de vakken begrijpend lezen en rekenen. Ook heeft Harald Timmer weer een project waarin kinderen aan de slag gaan met taal. Ditmaal gaat hij toewerken naar het uitbrengen van een rijm en poëziebundel voor en door kinderen geschreven.

* Neset Demiral geeft twee keer per week Franse les na schooltijd voor de kinderen van groepen 6 en 7. Wij krijgen hierover fantastische berichten terug van scholen van het Voortgezet Onderwijs die allemaal met een voorsprong Franse taal binnenkomen in de brugklas.

Als u behoefte heeft aan een gesprek

Als u zich zorgen maakt over de ontwikkeling of het welbevinden van uw kind verwachten we dat u een afspraak met de leerkracht maakt om uw zorg te bespreken. De leerkracht zal goed naar u luisteren en met u de zorgen in kaart brengen. Wat kan de oorzaak zijn? Wat kunnen wij als school doen? En wat kan de bijdrage van de ouder zijn? Bij twijfel overlegt de leerkracht met de IB’er en bespreekt de ingewonnen informatie daarna weer met u. Van ons kunt u verwachten dat wij uw kind goed kennen. De ontwikkeling van uw kind wordt vanaf groep 1 gevolgd. Via observaties, toetsen en uw informatie (uit de kennismakingsgesprekken) krijgen wij een beeld van uw kind en bepalen we welke aanpak passend is. Als uw kind zich niet zo ontwikkelt als wij verwachten nemen we contact met u op. Aan het eind van een schooljaar worden alle leerlingen met de volgende leerkracht besproken en maakt de leerkracht een groepsplan voor de volgende leerkracht op basis van zijn eigen ervaringen en toets-uitslagen. De IB’ers monitoren en bewaken dit proces. Zo zorgen we voor een goede overdracht van de ene naar de andere leerkracht. 

Oudergesprekken

Meestal zijn de standaard oudergesprekken voldoende om u te informeren over de ontwikkeling van uw kind. U heeft een kennismakingsgesprek bij iedere nieuwe leerling als het kind is ingestroomd. U wordt uitgenodigd van alles over uw kind te vertellen en de leerkracht zal u bevragen over de voorgaande ontwikkeling van uw kind (de anamnese). Jaarlijks wordt u uitgenodigd voor:

* Een rapportgesprek in november 

* Een rapportgesprek in maart waar ook de resultaten van de CITO toetsen besproken worden

* Een rapportgesprek in juni waar ook de resultaten van de CITO toetsen besproken worden

Tijdens inloopavond en middag krijgt u een indruk van het werk van uw kind. Tussen 08.15 uur en 08.30 uur en na 14.15 uur bent u altijd welkom om met uw kind even naar zijn of haar werkjes te kijken.

Onderwijsprofiel 2016-2017

Binnen ons samenwerkingsverband Zuid-Kennemerland behoort elke school een onderwijsprofiel te maken. In het onderwijsprofiel beschrijft de school op welke manier zij passend onderwijs realiseert. U vindt ons onderwijsprofiel op de website van samenwerkingsverband Zuid-Kennemerland www.passendonderwijs-zk.nl. en op onze eigen website www.erasmus-haarlem.nl. 

Passend onderwijs in de klas, ons BHV model (Basis Herhaling Verrijking)

Het onderwijsaanbod voor groep 1-8 is op de Erasmus zorgvuldig vormgegeven. De leerkrachten hebben met elkaar een rode lijn ontwikkeld voor de diverse vakken maar ook voor het pedagogisch- en didactisch handelen en het klassenmanagement. Het zelfstandig werken bouwt zich keurig op van groep 1 t/m groep 8, waarbij er vanaf groep 4 wordt gewerkt met blokinstructies. In het onderwijsprofiel leest u hier meer over. Op basis van deze afspraken geeft elke leerkracht les.  Voor alle vakken geldt: er wordt gestart met een instructie aan de hele klas. Dit betekent dat alle leerlingen dezelfde instructie krijgen. De instructie is op basisniveau, vanaf groep 4 wordt instructie gegeven voor een aantal vakken achter elkaar. Daarna gaan de leerlingen er zelfstandig mee aan de slag. Leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, krijgen verlengde instructie binnen een intensief aanbod. Zij hebben extra instructie en begeleide in oefening nodig om de minimumdoelen van de leerstof te behalen. Kinderen die zich ontwikkelen zoals verwacht krijgen een basisaanbod. Kinderen die extra uitdaging nodig hebben krijgen het plusaanbod (verrijking en verdieping). Zij maken veelal ingedikt werk (iets minder dan de anderen) en hebben daardoor tijd over voor verrijking en verdieping. 

Opbrengst Gericht Werken

Via de analyse van observaties, methode gebonden – en CITO toetsen wordt voor elk kind bepaald welk aanbod voor welk vak het effectiefst is. Op basis hiervan worden de kinderen ingedeeld in subgroepen die eenzelfde aanbod nodig hebben. Hierna maakt de leerkracht een groepsplan voor de vakken spelling, rekenen, technisch- en begrijpend lezen waarin de extra instructie voor elke subgroep gepland wordt. Deze extra instructie vindt plaats tijdens zelfstandig werken. Als de kinderen zelfstandig aan hun taak werken, geeft de leerkracht extra instructie aan de subgroepen volgens het groepsplan. Het geven van extra instructie wordt regelmatig onderbroken voor een servicerondje. Tijdens het servicerondje kunnen de kinderen die een vraag hebben even geholpen worden. Zij hebben een dobbelsteen op hun tafel waarmee zij kunnen aangeven of zij een vraag hebben of even iets willen vertellen. Tijdens het zelfstandig werken is er de leerkracht die extra instructie geeft en in de grote groepen komt er een aantal keren per week een extra leerkracht of onderwijsassistent in de klas. Aan een tweede instructietafel geeft ook zij extra instructie volgens het groepsplan. Door dit systeem van “handen in de klas” worden de mogelijkheden voor onderwijs op maat sterk vergroot. 

Intern begeleiders (IB’ers)

Een intern begeleider heeft tot taak leerkrachten te begeleiden bij het realiseren van onderwijs op maat. Daarnaast coördineert een IB’er de zorg rond kinderen en/of gezinnen met een specifieke problematiek. Leerkrachten, IB’ers en directie overleggen regelmatig over de gang van zaken in de groep. Naast overleg over de aanpak van onderwijs op maat voor de hele groep, wordt gesproken over specifieke zaken zoals leer- en gedragsproblemen, gezinsproblematiek etc. Uit dit overleg komt een plan van aanpak voort dat in de klas wordt uitgevoerd. Dit plan van aanpak heet “groepsplan”. Naar aanleiding van dit overleg vinden ook oudergesprekken plaats waarbij de IB’er aanwezig kan zijn. De IB’er regelt, na toestemming van ouders, aanvragen voor onderzoek, inzet van de CJG coach etc. Naast de begeleiding van leerkrachten en zorgleerlingen spelen de IB’ers ook een rol in de onderwijskundige ontwikkeling van de Erasmus. Onze IB’ers zijn: • Groep 1-2: Esther Hoefsmit • Groep 3-8: Susan Prins. Ouders kunnen altijd een afspraak maken met de IB’er van hun leerjaar. Licht van te voren wel even de leerkracht in. 

Methode gebonden toetsen en CITO toetsen

De “methode gebonden toetsen “ en “CITO-toetsen” zijn al enkele keren genoemd. Wat zijn dit? 

* Methode gebonden toetsen: De leerstof voor een jaar voor een bepaald vak is verdeeld in blokken. Na elk blok vindt een “methode-gebonden toets” plaats. Uit de resultaten kan de leerkracht opmaken of de net aangeboden stof begrepen is. 

* CITO toetsen: Eens per half jaar kan met een CITO toets bepaald worden of alle leerstof van de voorgaande jaren nog paraat is. De CITO M toetsen worden in januari/februari  afgenomen, de CITO E toetsen in mei/juni. 

Er wordt regelmatig een verschil geconstateerd in de resultaten van de methode gebonden toetsen en de CITO toetsen. De eersten worden vaak beter gemaakt. Wat is hiervan de oorzaak? Tijdens het verwerken van de leerstof van een bepaald blok worden de leerlingen intensief begeleid. Als de methode gebonden toets wordt afgenomen zit deze leerstof nog vers in het geheugen. De resultaten zijn meestal minstens voldoende. De vragen van een CITO toets gaan over leerstof die al langere tijd geleden is aangeboden. Die zit niet meer vers in het geheugen. Reden waarom de resultaten van een CITO toets kunnen tegenvallen. 

Leerlingvolgsysteem, leerstofniveaus en onderzoek

De ontwikkeling van een kind wordt vastgelegd in het leerlingvolgsysteem. Voor het volgen van de ontwikkeling van een kind worden, naast observaties in de klas, de resultaten van methode gebonden toetsen en de CITO toetsen in de groepsoverzichten van het leerlingvolgsysteem opgenomen. Leerkracht en IB’er analyseren deze gegevens en stellen op basis daarvan vast of het kind voor een bepaald vak het intensieve-, basis- of plusaanbod gaat volgen. 

Als er voor een kind intensieve maatregelen zijn genomen die geen of onvoldoende effect hebben, wordt in overleg met de ouders bekeken of er extra onderzoek of een extra observatie door externen nodig is. 

Extra observaties en onderzoek

* Via de psychologengroep “Beatrijs Brand” kan de aanleg van een kind getest worden. Dit noemen we capaciteiten of IQ onderzoek. Dit onderzoek wordt (na toestemming van de ouders!) uitgevoerd door psycholoog Saskia Snikkers en vindt plaats op de Erasmus. De psycholoog bespreekt het onderzoeksverslag met de ouders, leerkracht en IB’er en geeft n.a.v. de resultaten van het onderzoek adviezen aan leerkracht en ouders. 

* De Dumontschool. Dit is een school voor speciaal basisonderwijs (SBO) waarmee wij veel samenwerken. Scholen voor SBO hebben een ruime expertise op het gebied van leer- en gedragsproblemen. Daarom begeleiden zij gewone basisscholen. Bij de Dumontschool kan een observatie aangevraagd worden. De orthopedagoog of gedragsspecialist komt dan (na toestemming van de ouders!) in de klas kijken. Na de observatie vindt een gesprek plaats met de ouders en de leerkracht. Op basis van deze observatie krijgen de ouders en de leerkracht adviezen voor de aanpak van de betrokken leerling. 

De CJG coach

Via het CJG (Centrum jeugd en gezin) heeft elke school van het samenwerkingsverband een CJG coach toegewezen gekregen. De CJG coach met wie wij samenwerken is Ingrid Ruijgrok. Mocht ze overbezet zijn, dan adviseert zij één van de andere gezinscoaches van het CJG. Ingrid helpt ouders met opvoedingsvragen. Dat kunnen eenvoudige tot ingewikkelde opvoedingsvragen zijn. Ingrid heeft al veel gezinnen van de Erasmus terzijde gestaan waardoor problematiek in een vroeg stadium verholpen werd. Veel ouders hebben haar hulp als toegewijd, professioneel en prettig ervaren. Ouders kunnen zelf, via de leerkracht of IB’er, om begeleiding van de coach vragen. Leerkrachten kunnen de coach ook adviseren aan ouders. Het eerste gesprek met de CJG coach vindt vaak op school plaats met de betrokken IB’er en de leerkracht. Ouders kunnen het eerste gesprek ook thuis aanvragen, zonder verdere inmenging van school. De CJG coach houdt tijdens haar traject in het gezin contact met school indien ouders dit willen. 

*Fysiotherapie, motorische remedial teaching (MRT) en logopedie.

Fysiotherapie - Een goede motoriek is een belangrijke basis voor de ontwikkeling van een kind. Een achterblijvende grove- of fijne motoriek kan oorzaak zijn van leerproblemen of een ongewenst effect hebben op het zelfvertrouwen van een kind. Indien nodig kan de leerkracht, na overleg met de IB’er, onze fysiotherapeute Carla van Leeuwen inschakelen. Zij kan het kind nader onderzoeken en adviezen geven over wat zij denkt dat het kind aan behandeling zou kunnen gebruiken.  Zelf geeft zij ook motorische remedial teaching, na overleg met de IB’er en de leerkracht en altijd natuurlijk met u. Als het kan traint zij kinderen in een groepje met kinderen die allemaal baat hebben bij de behandeling.  Voor het volgen van MRT is geen verwijsbrief nodig, het is een gratis service van de Erasmus. 

* Logopedie - Een goede uitspraak en een goede taalontwikkeling is al even belangrijk als een goed ontwikkelde motoriek. Vandaar dat een leerkracht ouders kan adviseren logopedie te gaan volgen met hun kind. Zij kunnen via de huisarts een verwijzing vragen, waardoor de logopedische behandeling helemaal wordt vergoed door de verzekering. Daarnaast hebben wij twee logopedisten in huis, die zich vooral bezig houden met de ontwikkeling van de woordenschat en de leesmotivatie van de leerlingen op school. Gaby Bosman kan kortdurende problemen met articulatie wel oplossen, zij doet dit altijd in overleg met de leerkracht en met u. Alle processen rondom deze extra service van de Erasmus worden aangestuurd door onze IB’ers Susan en Esther.

VVE – Voor- en vroegschoolse educatie

Leerlingen kunnen via het consultatiebureau een indicatie voor VVE onderwijs krijgen. Zij hebben dan zelfs recht op een extra en gratis ochtend peuterspeelzaal. VVE leerlingen hebben een achterstand in de Nederlandse taal. De Erasmus is een zogenaamde VVE school, een school met mogelijkheden om allerlei kinderen een intensief onderwijsaanbod te bieden. De Erasmus vormt een zogenaamd V.V.E. koppel (Voorschoolse en Vroeg schoolse Educatie) met de peuterspeelzaal Meerwijk groep Dolfijnen. Doel van de V.V.E. is taal - en ontwikkelingsachterstand bij de kinderen te voorkomen, dan wel zo snel mogelijk aan te pakken. Daarom is een belangrijk element van V.V.E. dat de aanpak al start voordat kinderen in het basisonderwijs beginnen. Zowel kinderen met een Nederlands culturele achtergrond als kinderen met een niet-Nederlands culturele achtergrond kunnen een taalachterstand hebben als zij op 4 jarige leeftijd de basisschool bezoeken. De algemene doelstelling van de V.V.E. is een brede ontwikkeling te stimuleren bij kinderen die opgroeien in een taalarme omgeving en waar weinig aandacht is voor informeel leren. De PSZ werkt met de methode Puk en Ko, onze kleutergroepen werken met de Methode Kleuterplein, zodat een doorgaande leerlijn is gegarandeerd. Naast de extra begeleiding voor de peuters en kleuters is er sinds 2013 4½ uur intern begeleiding ingeroosterd om de startcondities te verbeteren bij hun entree op de basisschool, intern begeleider is onze Esther Hoefsmit.

* Voorleesexpres - Voor de taalontwikkeling is voorlezen van groot belang. Via voorlezen ontwikkelt een kind een goede woordenschat en leert het veel over allerlei onderwerpen. In gezinnen waar ouders de Nederlandse taal nog niet goed spreken kan de voorleesexpres komen voorlezen. U kunt zich hiervoor bij Esther Hoefsmit (IB’er groep 1-2) aanmelden.

* Het Opstapproject – Voor ouders die zelf het Nederlands nog niet optimaal beheersen, is er de mogelijkheid deel te nemen aan het Opstap programma. Via dit programma krijgt u materialen waarmee u thuis met uw kind kunt oefenen om het nog beter op groep 3 voor te bereiden. U wordt deskundig begeleid bij de uitvoering van het programma en u overlegt regelmatig met andere ouders die het Opstap programma ook doen. Als u interesse heeft in dit Opstap programma kunt u zich opgeven bij Esther Hoefsmit, IB’er groepen 1-2. 

* Logo 3000 thuis programma op de computer. Voor weinig geld kunt u zich aanmelden voor het Logo 3000 thuis programma, waardoor u thuis op de Ipad, laptop, computer met uw kind allerlei woordenschat oefeningen kunt doen.

* Wij werken als basisschool nauw samen met de peuterspeelzalen in het pand. Op de Erasmuslaan huizen drie peuterspeelzalen van SKOS, PSZ de Dolfijnen, de Kikkers en de Eendjes. PSZ de Dolfijnen is inpandig aan de zijde van de Erasmus en hiermee vormen wij samen een VVE-koppel. Dit betekent dat wij zorgvuldig alle doorgaande lijnen op elkaar afstemmen. Ook met PSZ de Kikkers en de Eendjes onderhouden wij goede samenwerkingsrelaties. Het staat ouders vrij om vanuit de peuterspeelzaal een basisschool te kiezen waar u zich thuis voelt.

Dyslexie onderzoek- en behandeling

Kinderen met een vertraagde leesontwikkeling krijgen vanaf groep 3 een intensieve aanpak. In een leesdossier wordt hun lees- en spelontwikkeling vastgelegd. In overleg met de IB’er kunnen kinderen naast het intensieve programma in de klas ook nog extra ondersteuning krijgen. Deze ondersteuning vindt meestal plaats in een klein groepje dat drie tot vier keer per week extra leest. Vanaf groep 4 werken wij met Ralfi leesgroepen, omdat dit een positief effect heeft op allerlei leesvaardigheden. Sommige kinderen komen op basis van hun toets uitslagen in aanmerking voor vergoede diagnostiek (door de gemeente) naar eventuele dyslexie. Mocht een kind naar aanleiding van dit onderzoek inderdaad dyslectisch blijken, dan kan het een vergoede behandeling krijgen via een dyslexie instituut. Wilt u hierover meer weten, richt u zich tot Susan prins, zij is behalve IB’er ook taal en dyslexie specialist.

Naschoolse trainingen voor kinderen

Het samenwerkingsverband Zuid-Kennemerland biedt gratis trainingen aan voor kinderen op het gebied van faalangstreductie, weerbaarheid, sociale vaardigheden en mindfulness. Mocht u belangstelling hebben voor een bepaalde training: Meld dit bij de leerkracht van uw kind of bij de intern begeleider.

Werken met specialisten

Op de Erasmus werken wij met specialisten. Dit zijn excellente leerkrachten die behalve een groep draaien, zich ook nog hebben gespecialiseerd in een bepaald vakgebied. Dit specialisme zetten we in ten behoeve van het onderwijs aan uw kinderen. Soms doordat de specialist rechtstreeks met uw kind werkt, veelal doordat de specialist de leerkracht begeleidt die met uw kind werkt. Specialisten kunnen worden ingezet voor een ondersteuningsaanbod voor kinderen die extra instructie nodig hebben, specialisten kunnen ook worden ingezet voor het plusaanbod waarbij kinderen met een speciaal talent verder geholpen worden.

Ayse Sarihan en Susan Prins: Taalspecialisten

Susan Prins: Gedragsspecialist

Janneke Kerssens: Rekenspecialist

Sander van der Wal: ICT specialist

Lizette Franchimon: Cultuur specialist

Esther Hoefsmit: Respect specialist

Isis Gouw: Muziek specialist

Gulsum Uslu: Specialist doorgaande lijnen PO-VO

Passend onderwijs stelt hoge eisen aan leerkrachten. Zij krijgen het dag in, dag uit voor elkaar om ieder kind zoveel mogelijk te geven wat het nodig heeft om het allerbeste uit zichzelf vorm te kunnen geven. Wij doen het met elkaar in de vorm van een professionele leergemeenschap, waarbij collega’s van de Erasmus samen streven naar het geven van het beste onderwijs aan de kinderen en dit iedere dag te verbeteren. 

Ik ben dan ook bijzonder trots op ons professionele en hardwerkende team dat elke dag weer klaar staat om de kinderen van de Erasmus passend en uitdagend onderwijs te bieden! Chapeau!

Ruscha Wijdeveld, directeur OBS de Erasmus

 
OBS de Erasmus
Erasmuslaan 3
2037 LA Haarlem
023-5338700
administratie.erasmus@spaarnesant.nl
Ontwerp | HFCM Onderwijs Webdesign | web2work